Geschiedenis KOIV - Periode 1910 tot 1919

Artikelindex

Periode 1910 tot 1919

1910. Een jaar dat zeer belangrijk is in de geschiedenis van de Vlaamse bijenteelt. te Leuven, op de algemene vergadering van 25 september 1910, onder leiding van prof. Dr. L. Scharpe, Hoogleraar en afgevaardigde van de Brabandse Bieëntelersbond werd beslist tot oprichting en stichting van de "Vlaamschen Bieënbond" en de uitgave van één enkel maandblad.
1911. Te Oudenaarde had van 3 tot 5 september een tentoonstelling over de bijen en bijenteelt plaats. Op 21 september 1911 werd een Vlaams congres gehouden te Ruysbroeck (sauvegarde). Er waren 1.400 aanwezigen, waaronder 93 bieboeren uit Oost-Vlaanderen.
Behandelde onderwerpen:
- J. De Keersmaecker: hebben de openbare besturen belang bij het steunen van de biënteelt (zedelijke, geestelijke, stoffelijke en economische belangen?)
- E.H. R. Cobbaut, Lede: aanplanten bomen voor de bieën.
- R. Sebrechts, Brecht: het onderwijs in de bieënteelt.
- M. Haccour, Leopoldsburg: over honing.
- M. Van Der Kuylen, Sempts: kleine en grote ramen.
- H. Smeyers, Hasselt: het reizen met bieën.
- R. Vermandere, Avelgem: echte en valse honing.
- E. Lobel, Roeselare: rol van de bieën in de bestuiving.
- J. Sterkens, Rijckevorsel: welk soort bieën geeft het meeste honing.
- F. Verdeyen, Cortenberg: succes met de bieën door opgedane kennis.
- H. Cnudde, Watou: ziekten bij de bieën. (broedpest, broedrot)
- J. De Ruyter, Lovendegem: over de noodzakelijkheid van de afdelingen in wettelijk erkende verenigingen en bonden te herscheppen.
Honingprijs 1911: 0,50 tot 2 fr per kilogram.
1912. Op 10 februari 1912 op de algemene vergadering te Gent werd het volgend besluit genomen: "De Provinciale bond en zijn afdelingen in te richten als landelijke beroepsvereniging" De besturen der aangesloten maatschappijen werden dringend verzocht de hun overhandigde modelstatuten in te vullen, te ondertekenen en aan de heer E. Scheerlinck te Voorde te sturen.
Voor het eerst is er sprake van gedenatureerde suiker (oneetbaar gemaakt met zaagmeel van canadahout of geel zand gebruikt door de metsers).
1913. Op de algemene vergadering van 2 februari 1913 werd het "Verbond der Oost-Vlaamsche Beroepsvereniging van bieëntelers" gesticht.
Stichtende leden, beroep en functie:
De Ruyter Jozef, Lovendegem, geneesheer: voorzitter.
Thienpont Desiré, Evergen, Bloemist: ondervoorzitter.
Swens Emiel, Lokeren, deurwaarder: bestuurslid.
Scheerlinck Eduard, Voorde, onderwijzer: schrijver.
Luwaert August, Smetlede, bieënteler: schatbewaarde.
Op de wereldtentoonstelling te Gent van 1913 was er een stand over de bijenteelt met deelname van de vijf Vlaamse provincies. Deze tentoonstelling kreeg grote waardering van de overheid.
De vier geboden van den bieënteler waren toen:
- goedgemaakte kasten.
- sterke volken.
- doodt nooit bieën.
1914 - 1918. Er verschijnen nog 8 nummers van het maandblad en dan op 4 augustus 1914 breekt de eerste wereldoorlog uit en die vier jaar zal duren. Gevolg geen maandblad en geen activiteiten tot in mei 1919.
1919. Eerste naoorlogs maandblad in mei 1919 met de kreet "Aan de lezers", We zijn er weer, de moffen zijn weg"
Op 11 mei 1919 vergaderde te Brussel voor de eerste keer de Belgische Syndicale Kamer voor bieënteelt, in het lokaal "Au Cigne". De afgevaardigde voor Oost-Vlaanderen was Dr. J. De Ruyter, voorzitter van het Oost-Vlaams verbond, woonachtig te Lovendegem.
De Belgische Syndicale Kamer stelde in haar vergadering van 9 juni 1919 voor dat al wie oorlogsschade geleden had dit aan de bond zou aangeven. Er werd een voorstel van 300 frank per verloren kast gedaan.
Wat de Oost-Vlaamse betreft, werd het volgende genoteerd:
- 934 kasten verloeren bij gebrek aan voedsel.
- 373 kasten gestolen (aftocht Duitsers)
- 221 kasten gedood door "stikgas" (boorden van de Schelde en Leie)
- 279 kasten aan de Duitsers geleverd (september 1918)
Wij willen dit 10-jarig overzicht besluiten met een verhaal vertelt door wijlen Charles Reyns, een van onze vrienden uit Merelbeke (1902 - 1977)
"Als schade kreeg ik korven met bieën uit de Luneburgerheide in Duitsland. De korven wogen zwaar, loodzwaar, maar ... toen ze geledigd werden, was in het bovendeel van de korf een rand cement gegoten. De Belgen waren weer eens bedrogen. En de bijen waren dan nog enorme steekduivels op de koop toe".